Skip to main content

Ontmoedigen

Wat je moet weten?

  • Een omgeving waarin gebruik niet vanzelfsprekend is, bevordert gezond gedrag.
  • Dagbesteding of werk en een goede vrijetijdsbesteding hebben een positief effect op verminderen van gebruik.
  • Gedrag en uitspraken van begeleiders hebben veel invloed op cliënten.

Wat kun je doen?

Geef het goede voorbeeld

Rook en drink niet samen met of in het zicht van cliënten. Spreek in principe niet over je eventuele eigen gebruik, tenzij dit meerwaarde heeft voor de cliënt. Bijvoorbeeld dat je stoppen ook lastig vindt, en waar je daarvoor hulp zou kunnen vinden. Ruik niet naar rook, dit kan iemands zin versterken of teruval in de hand werken. Spreek in aanwezigheid van cliënten niet over je ‘fantastische’ weekend ervaringen die met gebruik te maken hebben.

Creëer een omgeving waarin gebruik niet vanzelfsprekend is

Huisregels kunnen helpen om gebruik in de woonomgeving binnen de perken te houden.

Bespreek met je cliënten dat gesprekken nuchter worden gevoerd. Maak deze regel vooraf bekend en leg hem vast.

Houd ook in je achterhoofd dat voorzieningen van Cordaan dienen ter bescherming van cliënten. Met een verstandelijke beperking en een lage emotionele ontwikkeling is het extra moeilijk weerstand te bieden aan verleidingen.

Realiseer je dat gebruik binnenshuis van cliënten andere cliënten kan stimuleren om ook te (gaan) gebruiken.

In overleg met cliënten en verwanten kun je in de huisregels vastleggen dat er binnenshuis niet geblowd of gedronken mag worden.

We willen een gebruiksvrije omgeving, waarbij het ook gezellig kan zijn zonder alcohol, roken of andere drugs. Gemiddeld leven rokers 11 – 25% korter, als gezondheidsinstelling willen we aan een gezonde leefstijl werken in voorbeeld en visie. Mee roken, maar ook deeltjes die ergens achterblijven, kunnen gezondheidsrisico’s geven.

Regel beschermende factoren

Gebleken is dat naar dagbesteding, school of werk gaan tot een halvering van het gebruik kan leiden. Een goede vrijetijdsbesteding en uitbreiding van het (niet gebruikende) sociaal netwerk kan hier ook een belangrijke bijdrage aan leveren.

Daarnaast kan in overleg met de client budgetteren eraan bijdragen dat de client geen geld 'over' heeft en dat aan drugs of alcohol besteedt.

Ga niet in gesprek/discussie wanneer de cliënt onder invloed is

Leg vooraf vast dat dit het beleid is. Bespreek in je begeleidingsgesprekken de voorwaarden voor een begeleidingsgesprek. Leg rustig uit wat je doet als iemand wel onder invloed is. Bijvoorbeeld dan ga je naar je kamer. We spreken kort af wat een handig moment is om samen wel een gesprek te hebben. 

Je zoekt samen naar een geschikt moment waarop iemand niet onder invloed is. Vraag bijvoorbeeld: wanneer blow jij meestal, kunnen we kijken naar een moment waarop je nuchter bent, dus niet onder invloed bent. 

Geef uitleg dat het samenwerken aan doelen en de vorderingen daarin belangrijk zijn. Onder invloed zijn vermindert de kans dat zaken goed worden onthouden of begrepen of belangrijk gevonden worden. Als je toch in gesprek gaat, legitimeer je daarmee bovendien het gebruik. Ook kan dit onveilige situaties opleveren voor jou als begeleider of voor andere cliënten. Iemand onder invloed reageert nu eenmaal anders dan gebruikelijk.

Zeg bv. Ik zie/ruik/merk dat je stoned/dronken/onder invloed bent, daarom gaan we nu niet in gesprek, maar morgen. Vraag bijvoorbeeld: Op welk moment kun jij het best nuchter blijven?

Of complimenteer hem voor zijn komst en zeg: We praten morgen verder, wanneer je niet onder invloed bent.

Blijf vriendelijk, maar wees kort en duidelijk. Herhaal je boodschap zo nodig.

Leg op een later moment uit wat de achterliggende reden is. Leg dan ook uit wat ‘onder invloed zijn’ betekent en wat de consequenties en risico’s daarvan zijn.

Wees consequent

Houd je aan de afspraken in het persoonlijk plan en aan de huisregels, geef bv niet eerder dan afgesproken voedings- of leefgeld. Wees ook consequent in de manier waarop je met de cliënt over zijn gebruik spreekt. Zorg dat je als teamleden dezelfde boodschap uitdraagt.

Kaart het onderwerp gebruik en verslaving en de daaraan verbonden risico’s regelmatig aan in het teamoverleg, in gesprek met collega’s en met cliënten.

Zorg ervoor dat de cliënt zelf de negatieve effecten van zijn/haar gebruik ervaart

Las bij gesprekken bv geen rookpauze in.

Maak duidelijk dat cliënten onder invloed niet welkom zijn in de gemeenschappelijke ruimtes, bij groepsgesprekken, feestjes en evenementen.

We willen een gebruiksvrije omgeving, waarbij het ook gezellig kan zijn zonder alcohol, roken of andere drugs. Gemiddeld leven rokers 11 – 25% korter, als gezondheidsinstelling willen we aan een gezonde leefstijl werken in voorbeeld en visie. Mee roken, maar ook deeltjes die ergens achterblijven, kunnen gezondheidsrisico’s geven.

Leg uit wat je ziet dat er niet goed gaat en dat dit door middelengebruik kan komen. Bijvoorbeeld laat opstaan, afspraken niet nakomen, slecht slapen.